De theorie van identiteitsontwikkeling (Erikson, 1968) gaat ervan uit dat adolescenten een proces van persoonlijkheidsontwikkeling doormaken dat uitmondt in het vormen van een persoonlijke levensstijl. Het gevoel van continuïteit neemt daarin in een centrale rol in. Dit houdt in dat de jongere ondanks alle psychische en lichamelijke veranderingen in deze levensfase toch zichzelf blijft. Het ervaren van continuïteit is na dramatische gebeurtenissen vaak verstoord. De jongeren krijgen het gevoel dat alles, ook de eigen persoonlijkheid, radicaal is veranderd. Je zou kunnen zeggen dat de levenslijn meerdere malen is gebroken. Pijnlijke herinneringen worden liever vermeden, de toekomst is heel onzeker, dus het levenslijntje waar de jongere zich op voortbeweegt is nog maar heel kort geworden. Niet alleen in ISK’s maar ook in het reguliere VO zie ik veel kinderen met gebroken levenslijnen. De voortgang van de identiteitsontwikkeling is in sterke mate afhankelijk van de steun en bevestiging die de jongere krijgt van zijn omgeving en vanuit de samenleving.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten